Onlangs was ik op een feestje van een vriendin. De meeste van mijn vriendinnen ken ik al jaren en jaren, maar deze vriendin ken ik wat minder lang. Haar familie en andere vrienden ken ik daardoor eigenlijk niet. En dus bevond ik me op een zaterdagavond in een overvolle huiskamer waar de muziek, het geroezemoes, de klinkende glazen en vooral de vele onbekende gezichten me tegemoet kwamen.
Heel eventjes vloog het me aan. Hoe ging ik me hieruit redden?
Dit beloofde een avondje hard werken te worden om contact te maken met mensen die ik nog niet kende. Zo op de drempel van de huiskamer was ik me heel bewust van mezelf. Van hoe ik eruit zag, hoe ik zou overkomen op anderen – als er trouwens al iemand op me lette. En van het feit dat eigenlijk niemand in deze kamer op me zat te wachten, want iedereen was al verwikkeld in een leuk gesprek – althans, dat leek me zo. Toch zou ik een paar stappen naar voren moeten doen om me te mengen in die al bestaande conversaties. Het voelde ongemakkelijk maar ik deed het. Ik haalde diep adem en stapte het feestje in.
Dat ik niet de enige ben die moeite heeft met dit soort situaties weet ik natuurlijk wel. Maar dat we vaak – bewust of onbewust – ook een sterke voorkeur voor- of afkeur voor een bepaalde plek in een ruimte hebben, daar had ik nog nooit zo over nagedacht (maar achteraf gezien: die drempel op dat feestje, met die hele kamer voor me, dat was geen lekkere plek). Afgelopen dinsdag, tijdens les 7 van onze achtweekse training, werd ik me hiervan bewust. De juf vroeg ons om op een plaats in de cursusruimte te gaan zitten waar we ons ongemakkelijk voelden. Eén persoon ging voor de wc-deur zitten, een ander pontificaal in het midden, weer een ander ging met de rug naar de donkere keuken toe zitten. Ikzelf zat ergens in een hoekje, ver weg van iedereen. Dat voelde niet fijn, want zo had ik het gevoel afgesloten te zijn van de rest, en er niet bij te horen. Daar hou ik kennelijk niet zo van. Maar toen we op dit ongemakkelijke plekje een meditatieoefening deden, bleek het toch mogelijk om me ook hier oké te voelen. Door rustig bij mijn ademhaling te komen, had ik opeens veel minder last van deze plaats. Maakte het zelfs niet uit dat ik hier zat. Ik voelde zelfs heel sterk dat ik me ook hier, in dit sneue hoekje, thuis kon voelen. Zo kreeg, op een heel gewone doordeweekse dinsdagavond, de beroemde uitspraak van mindfulnessoprichter Jon Kabat-Zinn, de quote die ik al zo vaak langs had zien komen, een heel nieuwe lading.
‘Wherever you go, there you are’: hoe mooi en hoe waar blijkt deze zin.
Want waar je ook gaat, je neemt altijd jezelf mee. Maar als je je thuis voelt in jezelf, is dat alleen maar goed nieuws. Want ook op een plek waar je je minder op je gemak voelt, ben je dan in goed gezelschap. Goh, best fijn en handig eigenlijk om altijd zo’n goede vriend bij je te hebben. Iemand die je door en door kent. Jijzelf. En je ademhaling.
Deze blog verscheen eerder op de site van Flowmagazine.nl
Kommentit